WEEMOED(T)
Het onkruid is gewied,
De bomen gesnoeid.
De haag geknipt,
Terwijl mijn haardos groeit.
De ramen zijn gelapt,
De zolder opgeruimd.
Het tuinpad opgeknapt,
Taken verricht, die ik had verzuimd.
Corona heeft ons niet te pakken,
Maar laat ons ook niet ongemoeid.
Zet de consumptie maatschappij wel flink te kakken,
Terwijl wij door het virus als roeiers zijn uitgeroeid.