Op 10 juni heeft de Drenthe Acht ten lange leste een blik getrokken op de Zwolsche Vecht Regatta (voorheen Zwarte Water Regatta). Dit is traditioneel onze enige wedstrijd met mooi weer, en bovendien een gelegenheid om bil aan bil te staan onder de douche met Gouden Olympianen als Nico Rienks en Jan Wienese. Dus het was relatief makkelijk om een ploeg bijeen te sprokkelen:
stuur: Jeltsje de J
8: Herman M
7: Libbe T
6: Edwin K
5: Jan N
4: Raymond van der K
3: Jan B
2: Pieter O
1: Edwin N
Op papier was dit niet de sterkste opstelling, maar hij klikte wonderwel: We bleven van begin tot eind roeien (in plaats van rammelen of zeulen), hetgeen resulteerde in een gemiddelde snelheid boven de 15
km/u, met tegenwind. De tegenstanders in onze categorie van gelikte grijsaards werden met minuten terecht gewezen.
Een blik is natuurlijk wel aardig, maar het meest bevredigend was toch dat de na ons startende acht van Jonge Godinnen (een experiment van Nico Rienks) dit jaar meer moeite had om ons te passeren dan vorig jaar. Toen slaagde Jeltsje erin om ze te vertragen door scherp sturen, maar dit jaar wist ze ze af te stoppen door het klemzetten van een ploeg van De Hunze in de binnenbocht. Uiteraard was dit alles slechts uitstel van executie, maar toen de dames langszij kwamen wisten we toch een tiental halen amechtig bij te blijven. Geluk zit in de kleine dingen.
De Drenthe Acht is in essentie een reeks van gekoesterde anecdotes, die we over de jaren bijeen hebben gevaren. Enkele hoogtepunten waren het verslaan van het Aegir bestuur nadat ze onbeschoft waren geweest tegen ons, het zinken op de Gyas-Hunze, en de “Bultena Manoeuvre”. Moge er nog vele
volgen.